Dorota Retelska décrypte les nouvelles du climat. Docteure ès Sciences de l’UNIL, auteure d’Antarctique-Ouest dans le Vide, elle alerte sur les dangers du climat depuis plusieurs années. Elle est active dans plusieurs organisations de défense du climat, entre autres l’Association Climat Genève, Greenpeace, TACA, et le Collectif Climat 2020.
Cet été, la Belgique et l’Allemagne ont connu d’impressionnantes inondations. Les victimes ont vécu des moments effrayants, des maisons entières ont été dévastées, et certains ont perdu la vie.
Le GIEC avait prévu que le réchauffement climatique causerait une augmentation du nombre d’inondations, et celle-ci a été observée dès 2013 déjà. La température de la Planète est montée rapidement en 2015 et 2016. A ce moment-là, l‘Organisation Météorologique Mondiale prévenait que nous étions entrés en territoire inconnu, où nous attendaient des catastrophes nouvelles. et au cours de des dernières années, les débordements suivant les pluies intenses se sont encore multipliés.
Depuis, la Terre a connu une succession de vagues de chaleur étonnantes, des ouragans plus forts, et des feux de forêt gigantesques.
Cette année, une vague de chaleur particulièrement étonnante, culminant à 49.6°C degrés, a touché le Canada, pays habituellement assez froid. Ce type d’événements était attendu aux environs de 2100. L’année passée, la Sibérie avait subi des températures à plus de 20°C au-dessus de la normale, et l’Australie a aussi vécu des très fortes vagues de chaleur, qui ont débouché sur d’immenses feux de forêt. Les pompiers australiens ont pu arrêter le feu aux portes des principales villes du pays.
Les habitants étaient évacués in extremis, et un tiers de la population de koalas australiens a disparu dans les brasiers.
Les climatologues sont inquiets, ils considèrent qu’après la vague de chaleur du Canada, d’autres événements semblables ou même plus forts sont possibles. Au début du mois d’août, la Grèce vit des records de chaleur qui ont dépassé 43°C.
Une première étude d’attribution a conclu que même en tenant compte du réchauffement, cette vague de chaleur devrait être exceptionnelle.
Il est possible aussi que cet événement signifie que le réchauffement climatique, ou ses manifestations les plus s’extrêmes, s’accélèrent.
L’augmentation des pluies intenses est surtout due au fait que l’humidité de l’atmosphère augmente de 7% par degré.
De plus, nous pourrions voir des périodes de sécheresse alterner avec des pluies intenses, et l’évaporation d’eau des mers plus chaudes accroît par endroits l’humidité de l’air.
Depuis quelques années, de plus gros orages ont été observés dans le monde, accompagnés de pluies très intenses. Cet été a apporté à l’Europe des dizaines d’orages de grêle, grosse ou géante, des vents ainsi que des tornades.
Le réchauffement climatique s’aggravera dans les années à venir. Il est bien possible que les inondations augmentent, que des torrents furieux coulent dans les rues des villes, que des bâtiments soient sapés par les eaux, les toits arrachés par des tempêtes, et que des grêles géantes ou des sécheresses annihilent les récoltes. La chaleur pourrait devenir un assassin invisible et soudain, et les températures pourraient avoisiner les 50°C.
Nous serons probablement prévenus 2-3 jours avant les catastrophes par les météorologues. A ce moment-là, nous devons disposer de solutions d’évacuation.
En Chine et en Inde, des inondations atteignent le premier étage des maisons, en emportent certaines. D’autres bâtiments chancellent après le reflux. Ils ne résisteront pas éternellement.
Nous devons prendre conscience du fait que nous perdrons de nombreux immeubles, que les inondations occasionneront des coûts colossaux en dévastant tout sur leur passage, que les transports seront souvent interrompus et l’approvisionnement deviendra de plus en plus hasardeux. Assez vite, les reconstructions seront abandonnées face à l’escalade des désastres. Les assurances ne pourront pas faire face à la quantité de sinistres. Les victimes perdront quasiment tout et il deviendra difficile de trouver un endroit sûr où recommencer car nul ne sera à l’abri.
Financièrement, il devient absurde de continuer l’économie de la croissance, car elle provoquera des dommages extrêmement coûteux, et les coûts humains seront terribles aussi. Il doit y avoir une autre solution, une réduction rapide d’émissions qui nous donne de bonnes chances de rester en vie.
De staat heeft tot taak de rechten en vrijheden van de burgers te waarborgen: recht op leven, gezondheid en een veilige en gezonde omgeving, vrijheid om een waardig en authentiek menselijk leven te leiden. In ruil voor deze burgerlijke vrijheden geven de burgers hun absolute vrijheid op en krijgen ze de plicht de wetten en de bevelen van de staat te gehoorzamen. Het is de naleving van dit sociaal contract, dat bestaat uit wederzijdse rechten en verantwoordelijkheden, die de basis vormt voor de legitimiteit van de uitoefening van het gezag van de staat over de burgers. De politici staan hiervoor garant. Als de staat of de burgers in hun wederzijdse plichten falen, stort het gezag van de staat in. Het soevereine volk, van wie alle machten uitgaan, heeft de plicht om van regering te veranderen om zo het sociale contract te herstellen.
Overal ter wereld zijn de rampen veroorzaakt door onze niet-duurzame economie en levensstijl niet meer te tellen. Dat is voor iedereen duidelijk. We weten nu allemaal dat onze staat weinig of niets doet om onze samenleving duurzaam te maken. Te weinig, te laat, verkeerde aanpak en soms zelfs olie op het vuur gooien. We worden meegesleurd door de golven van de ecocide die momenteel aan de gang is. In België, na de hittegolven die in één zomer in ons land al aan 1.400 mensen het leven hebben gekost, na een aanvankelijk rampzalige aanpak van een pandemie die meer dan 25.000 doden heeft veroorzaakt -zonder ook maar een dag van nationale rouw!-, werden de voorbije 48 uur huizen, voertuigen, menselijke en dierlijke slachtoffers meegesleurd door het kolkende water van de overstromingen. De balans van de schade moet nog worden opgemaakt. In 48 uur tijd kan nu al een politieke conclusie worden getrokken die identiek is aan die welke voor de pandemie geldt: de totale onvoorbereidheid van onze staat. In de laatste 48 uur werd nogmaals het bewijs geleverd dat onze staat, zoals hij is samengesteld, zoals zijn openbare instellingen zijn opgevat en zoals hij vandaag wordt bestuurd door de politieke klasse die nu aan de macht is, niet in staat is om de urgenties van de 21e eeuw aan te pakken. Onlangs werd de Belgische staat door de rechtbank veroordeeld voor zijn gebrek aan actie op het vlak van klimaat. We weten nu wat het vreselijke resultaat is van deze misdadige inertie.
Vandaag beschermt de staat niet langer ons leven als burgers. Vandaag respecteert de staat niet langer het sociale contract dat ons aan hem bindt. Vandaag is het gezag van de staat, dat van de executieven die aan de macht zijn, niet langer legitiem. We hebben het recht om in opstand te komen en betere regeringen te eisen.
De meerderheden die aan de macht zijn, alsook hun regeringsakkoorden, zijn achterhaald omdat ze niet in staat zijn om gepast te reageren op de noodsituaties van de 21e eeuw. Partijvoorzitters, leiders van de executieven en regeringsploegen zijn collectief verantwoordelijk voor de herhaaldelijke rampen die ons land teisteren en voor de duizenden slachtoffers die blijven vallen.
Reeds meer dan 50 jaar hameren wetenschappers, intellectuelen en activisten op dezelfde boodschap. De voorbije drie jaar trekken ze zelfs aan de alarmbel, hierin maar zwakjes bijgestaan door de pers. Voor hen is de wetenschap duidelijk: zonder een totale hervorming van de manier waarop ons bestuur, onze instellingen, onze economie, ons grondgebied en onze levensstijl functioneren, zal de ernst van de rampen alleen maar toenemen en zal het jaarlijks aantal slachtoffers dramatisch oplopen. België is niet aangepast aan de 21e eeuw. Het land is niet veerkrachtig, is niet voorbereid: het is dodelijk kwetsbaar, door het gebrek aan actie en de inertie van de staat.
We moeten de ecologische noodtoestand afkondigen alsook de algemene mobilisatie van de burgers en de overheid. Alles moet opnieuw worden bekeken: huisvesting, stadsplanning, ruimtelijke ordening, milieu- en waterbeleid, landbouwbeleid, mobiliteit en transport, energie, lokaal en regionaal bestuur, civiele bescherming, hulpdiensten, de capaciteit van de media om de 21e eeuw te begrijpen. Elke vertraging in de ecologische, sociale, economische en democratische transitie en veerkracht komt vandaag overeen met een exponentiële en ongetwijfelde toename van het aantal doden in ons land in de komende 50 jaar.
Daarom moeten de Belgische regeringen aftreden en moeten er na een breed maatschappelijk debat nieuwe verkiezingen worden gehouden om zo nieuwe coalities te smeden op basis van nieuwe regeringsakkoorden die de ecologische urgentie van de 21e eeuw eindelijk ernstig nemen. Een grondwetgevende vergadering moet de Belgische staat hervormen en de burgers de gelegenheid geven om deel te nemen aan het politiek debat. De overheid moet in staat worden gesteld om de openbare dienst te verzekeren en moet voldoende middelen krijgen om de transitie te begeleiden. De pers moet stoppen met de ernst van de situatie te verbloemen. De burgers moeten hun verantwoordelijkheid opnemen en van de staat het respect eisen dat ze verdienen.
Paul Blume (co-animateur de l’Observatoire de l’Anthropocène) – Dominique Bruyère – Corentin Crutzen – Laurent Lievens (Dr. Maitre de conférence UCL) – Michel Rabinowicz (Résiliences Métamorphoses) – Geneviève Warland (professeure) – Jonathan Guévorts (professeur de science) Nl versie
Le rôle de l’Etat est de garantir les droits et les libertés des citoyens : le droit à la vie, à la santé et à un environnement sain et sûr, la liberté de mener une vie digne et authentiquement humaine. En échange de ces libertés civiques, les citoyens abandonnent leur liberté absolue et acquièrent le devoir d’obéir aux lois et aux injonctions de l’État. C’est le respect de ce contrat social, fait de droits et de responsabilités réciproques, qui fonde la légitimité de l’exercice de l’autorité de l’État sur les citoyens. Les femmes et hommes politiques en sont les garants. Si l’État ou les citoyens faillissent à leurs devoirs mutuels, l’autorité de l’État s’effondre. Le peuple souverain, dont tous les pouvoirs émanent, a le devoir de changer de gouvernement pour rétablir le contrat social.
Les catastrophes causées par notre économie et nos modes de vie insoutenables s’amoncèlent partout dans le monde. Nous le savons tous désormais. Nous savons tous désormais que notre État ne fait rien, ou presque pour que notre société devienne soutenable. Trop peu, trop tard, à côté de la plaque, quand il ne jette pas de l’huile sur le feu. Nous sommes emportés par les flots de l’écocide en cours. En Belgique, après des canicules qui ont déjà tué 1.400 personnes en un été dans notre pays, après une gestion initiale catastrophique d’une pandémie qui a causé plus de 25.000 morts -sans aucun deuil national !-, ces dernières 48h ont charrié, maisons, véhicules, victimes humaines et animales dans la fureur des flots. Le bilan des dégâts reste à tirer. Ces dernières 48h, un bilan politique peut déjà être tiré, identique à celui qui vaut pour la pandémie : l’impréparation totale de notre Etat. Ces dernières 48h, une nouvelle preuve a été apportée que notre État, tel qu’il est constitué, telles que sont conçues ses institutions publiques et tel qu’il est gouverné aujourd’hui, par la classe politique actuellement au pouvoir, se montre incapable de se hisser à la hauteur des urgences du XXIe siècle. Récemment, l’État belge a été condamné par la justice pour défaut d’action en matière climatique. Voilà, nous connaissons tous maintenant le résultat cruel de cette inertie criminelle.
Aujourd’hui, l’État ne protège plus notre vie à nous, les citoyens. Aujourd’hui, l’État ne respecte plus le contrat social qui nous lie à lui. Aujourd’hui, l’autorité de l’État, celle des exécutifs au pouvoir, n’est plus légitime. Nous sommes fondés à nous révolter et à exiger de meilleurs gouvernements.
Les majorités au pouvoir, ainsi que leurs accords de gouvernements sont caducs, car ils ne sont pas formés pour apporter une réponse satisfaisante aux urgences du XXIe siècle. Les présidents de parti, les chefs d’exécutifs, et les équipes gouvernementales sont collectivement responsables des catastrophes répétées que subit notre pays, et des milliers de victimes qui ne cessent de s’additionner.
Pourtant, comme le martèlent les scientifiques, les intellectuels et les activistes depuis plus de 50 ans, avec de plus en plus d’alarme ces trois dernières années et malgré la mollesse de la presse,, les sciences sont univoques : sans une refonte totale du fonctionnement de notre gouvernance, de nos institutions, de notre économie, de notre territoire et de nos modes de vie, la gravité des catastrophes ne va faire que s’amplifier et le nombre annuel de victimes, exploser.
La Belgique n’est pas adaptée au XXIe siècle, elle n’est pas résiliente, elle n’est pas préparée : elle est mortellement vulnérable, à cause de l’inaction et de l’inertie de l’État.
Il faut déclarer l’état d’urgence écologique et la mobilisation générale des citoyens et des pouvoirs publics. Tout est à repenser : le logement, l’urbanisme, l’aménagement du territoire, la politique de l’environnement et de l’eau, la politique agricole, la mobilité et les transports, l’énergie, la gouvernance locale et régionale, la protection civile, les services de secours, la capacité des médias à comprendre le XXIe siècle. Tout délai dans la transition et la résilience écologique, sociale, économique et démocratique équivaut aujourd’hui à une augmentation exponentielle et certaine du nombre de morts dans notre pays dans les 50 prochaines années.
C’est pourquoi les gouvernements belges doivent démissionner et de nouvelles élections doivent être organisées après un débat sociétal de grande ampleur, pour forger de nouvelles coalitions sur la base de nouveaux accords de gouvernement, prenant enfin au sérieux l’urgence écologique du XXIe siècle. Une assemblée constituante doit réformer l’État belge et permettre aux citoyens de participer à la délibération politique. Les pouvoirs publics doivent être mis en état d’assurer le service public et dotés de moyens suffisants pour accompagner la transition. La presse doit cesser l’euphémisme sur la gravité de la situation. Les citoyens doivent prendre leurs responsabilités et exiger de l’État le respect qui leur revient.
«L’éléphant est sur la table» se dit d’un sujet évident, important, voir incontournable, pour lequel les protagonistes développent des stratégies d’évitement. (*)
Malgré une période délétère qui a vu un Président fou tenter de bloquer l’application des accords de Paris sur le climat (2015 – lien), la thématique semble enfin être devenue une priorité mondiale.
Bien évidemment, des lobbies tentent d’inverser cette tendance. Mais l’heure est bien aux débats de politiques ambitieuses, tant au niveau international qu’européen.
Plans, lois, législations, accords, rencontres, conférences, … donnent une impression de compétition vertueuse. Et voici nos pachydermes qui s’invitent. Trônant silencieusement sur les tables.
L’éléphant de Gaz.
Les gaz à effet de serre (GES) n’ont pas tous les mêmes caractéristiques. Certains disparaissent relativement rapidement. D’autres ont un impact plus important pour une quantité fortement moindre. Etc…
Et, pas de chance pour nous, les caractéristiques du dioxyde de carbone (CO2) sont telles que l’arrêt immédiat de leurs émissions n’impliquerait pas leur disparition à court ou moyen terme. La réponse du système n’est pas immédiate. L’inertie est telle que l’on parle de décennies entre émissions et impact sur le climat.
Ajoutons à cela que nous sommes déjà arrivés bien trop près du plafond de sa condensation au-dessus de nos têtes. Les scientifiques parlent d’une limite au-delà de laquelle le processus deviendra totalement incontrôlable.
Dit autrement, il ne s’agit pas d’avoir la meilleure des politiques acceptables, mais bien d’une obligation de résultat.
Nous ne jouons pas le chrono aux 100 mètres, mais la barre au saut à la perche.
Un effort un peu trop faible ? Échec total …
L’éléphant des Fossiles.
Le lien entre dioxyde de carbone et énergies fossiles implique que l’effort le plus important porte sur nos consommations de charbon, pétrole et gaz. Ce qui pose la question des alternatives et de la capacité de celles-ci à répondre à nos demandes en énergie.
Là aussi, le dossier semble en grande partie ignoré. Il n’y aura pas de substitution de sources d’énergie dans une proportion suffisante pour alimenter nos modes de vie actuels.
La démonstration est physique et non contestée.
Raison, peut-être, pour laquelle économistes et politiques l’ignorent ? S’abstiennent d’en parler et finissent par ne plus en tenir compte ? Quand ils la comprennent…
On continue donc à nous promettre à la fois une réduction drastique du recours aux fossiles et un accès abondant à l’énergie.
Incompétence ? Mensonge ? Évitement en tout cas.
L’éléphant découplage.
A chaque augmentation de point de croissance économique correspond une augmentation du recours aux énergies fossiles. Et ce malgré le recours à d’autres sources dites propres.
Si la corrélation n’est pas vérifiée à 100 % sur de courtes périodes, elle se révèle intransigeante sur le temps long.
La croissance des richesses, du bien-être reste intimement liée à l’accès aux énergies fossiles.
D’où la question du découplage. Comment et dans quelle mesure serions-nous capables de désolidariser la courbe de nos consommations d’énergies fossiles de la courbe de production de nos biens et services ?
Aujourd’hui, ce découplage est tellement réduit que personne ne prend le temps d’en expliquer l’importance. Encore un évitement.
Chaque applaudissement d’un point de croissance est un applaudissement à la consommation du fossile et par conséquent au réchauffement climatique.
Quand la croissance baisse, on n’applaudit plus. Souvenons-nous de l’année économique 2020 …
L’éléphant catastrophe.
Quand des scientifiques essaient de présenter les conséquences d’un réchauffement de plus de 2° ou 3°, la terminologie utilisée ne correspond rapidement plus à nos standards de confort.
Si l’importance de la thématique semble, enfin, prévaloir, l’appréciation de la réalité reste bien en-dessous des risques réels.
On parle de réductions drastiques des zones habitables, des terres cultivables, des zônes de pêche.
On parle de successions de plus en plus récurrentes de périodes extrêmement chaudes, voir mortelles.
On parle de successions d’inondations, de sécheresses, de catastrophes dites « naturelles ».
Et cela dans un avenir proche.
Le temps presse pour s’attaquer à la crise climatique, avertit l’ONU: « Nous sommes au bord du précipice ».(*)
Sur quelles tables ces éléphants ?
Ces éléphants, et d’autres évitements, trônent sur des tables diverses.
Celles des institutions internationales, des grands acteurs financiers, de l’Europe, des Etats-Unis, des pays riches et de leurs plans de croissance, leurs accords commerciaux internationaux, leurs investissements planétaires,…
Celle de la France de Macron dont le traitement des propositions de l’assemblée citoyenne attire les foudres des écologistes français.
Celle des écologistes belges qui prônent les centrales au gaz et la 5G.
Incompétence ? Ignorance ? Peur ? Politiques à court terme ?
A l’approche de la Cop26, les connaissances du public sur la crise sont superficielles, et peu comprennent l’ampleur de la menace.
Les gouvernements ont lamentablement échoué à informer ou à consulter leurs citoyens sur la crise climatique.
L’une des principales leçons de la pandémie de Covid-19 est que des politiques fortes nécessitent un engagement public fort : les gens devaient comprendre la nature du virus avant d’accepter des contraintes au niveau de leur vie ou de donner au gouvernement un mandat pour agir.
Pourtant, le monde est confronté à un autre problème majeur qui transforme déjà les économies, les infrastructures et les modes de vie : la crise climatique. Et dans ce cas, les gouvernements ont lamentablement échoué à informer ou à consulter leurs citoyens. Aucune des nations les plus polluantes présentes au sommet sur le climat organisé par Joe Biden la semaine dernière ne dispose d’une stratégie cohérente ou d’un budget national dédié à l’engagement public.
Les citoyens ignorent en grande partie que nous avons le « droit de savoir » en ce qui concerne la crise climatique : l’article 6 de la convention de Rio sur le climat (1992) engage les gouvernements à informer, éduquer et consulter leurs citoyens. Cet engagement contraignant a été repris, presque mot pour mot, dans l’accord de Paris de 2015.
À première vue, le manque d’engagement pourrait ne pas sembler être un problème. Après tout, des majorités importantes et croissantes à travers le monde se disent préoccupées et perçoivent la dégradation du climat comme une menace. Toutefois, cette prise de conscience est superficielle, et peu de gens comprennent la rapidité et l’ampleur de la menace. Les recherches effectuées par le gouvernement montrent qu’environ la moitié seulement des Britanniques acceptent que l’activité humaine soit la principale cause du dérèglement climatique. Et selon un rapport de 2019, seul un tiers des personnes comprend qu’il existe un consensus partagé par la grande majorité des scientifiques.
Cela représente de multiples défis pour les décideurs politiques. Comment peuvent-ils s’attendre à ce qu’une décarbonisation rapide soit acceptée par des citoyens qui ne comprennent pas pleinement les preuves qui sous-tendent ces politiques ? Comment peuvent-ils s’attendre à ce que les gens acceptent l’impératif de limiter le réchauffement de la planète à 1,5°C alors que, selon un sondage britannique, la plupart des gens pensaient que cela ne deviendrait dangereux qu’à huit degrés ?
Et comment s’étonner que les gens s’opposent et résistent à des politiques pour lesquelles aucun mandat n’a jamais été demandé ou obtenu ? Comme nous l’avons constaté avec la Covid-19, lorsque les gens sont peu engagés, le déni et la méfiance peuvent se propager à travers les conversations dans la vie réelle et les médias sociaux. En 2014, la résistance à la tarification du carbone en Australie a fait tomber le gouvernement. Le président Macron a été contraint de retirer une taxe climatique sur les carburants après l’irruption des manifestations des « gilets jaunes » dans les rues françaises en 2018. En l’absence d’une compréhension nationale partagée de la crise climatique, ces politiques légères en matière de changement climatique – bien plus faibles que celles requises pour atteindre les nouveaux objectifs climatiques – sont facilement devenues une procuration pour le désenchantement social et la polarisation politique.
Ce qui est le plus préoccupant, c’est que les populations les plus vulnérables du monde sont encore extrêmement mal préparées à l’impact de la dégradation du climat. Deux années de recherches menées à travers l’Afrique du Nord par Climate Outreach, dont je suis l’un des directeurs fondateurs, ont révélé que la plupart des gens pouvaient parler avec éloquence des changements qu’ils avaient déjà subis – tels que les sécheresses et les températures record – mais qu’ils ne comprenaient pas, ou très peu, la vitesse ou la gravité des impacts futurs ou ce qu’ils étaient susceptibles de signifier pour leurs communautés. Le manque d’informations dans cette région est un multiplicateur de menaces, réduisant la capacité des gens à prendre des décisions en connaissance de cause ou à se préparer à l’avance à des événements météorologiques extrêmes.
Il est temps pour les gouvernements de lancer un dialogue durable et éclairé avec leurs citoyens.
Si le gouvernement britannique acceptait de relever ce défi – après tout, il est avide d’occasions de montrer son leadership en matière de climat – il devrait appliquer le même niveau d’investissement qu’il a régulièrement appliqué à d’autres questions prioritaires, comme les 8 millions de livres sterling qu’il a dépensés en 2004 pour envoyer à chaque foyer un dépliant de 22 pages sur les dangers du terrorisme, les 100 millions de livres sterling qu’il a budgétisés pour la campagne « Get Ready for Brexit » ou les 184 millions de livres sterling qu’il a dépensés tout au long de 2020 pour mobiliser les citoyens à propos de la Covid-19.
Cependant, cette expérience récente avec la Covid-19 nous rappelle également que de nombreuses personnes, en particulier dans les groupes les plus sceptiques, sont profondément méfiantes à l’égard des politiciens et des messages bien ficelés. Les gouvernements doivent résister à l’envie instinctive d’engloutir des budgets dans des campagnes éphémères de publicité, de soutien de célébrités et de slogans politiques. Une certaine publicité de fond est précieuse, mais nos recherches montrent que la communication sur la crise climatique nécessite également une approche plus durable : recruter des vrais communicateurs dignes de confiance, former des scientifiques pour qu’ils s’expriment avec habileté, adapter les messages aux valeurs des différents publics et atteindre les gens par le biais de leurs communautés, de leurs lieux de travail et de leurs réseaux confessionnels. Après tout, l’objectif est de construire une compréhension commune, et non de vendre un produit.
Whitehall ferait bien de regarder au nord de la frontière. Au cours des 13 dernières années, le gouvernement écossais a soutenu de manière discrète et permanente des organisations communautaires afin d’initier des conversations locales sur le climat avec un budget annuel modeste de 8,5 millions de livres. Nous savons ce qu’il faut faire, mais il faut le faire à plus grande échelle.
Enfin, le gouvernement doit accepter que la construction d’un mandat collectif exige qu’il touche tout le monde, en accordant une attention particulière à ceux qui sont sceptiques, marginalisés et désengagés. Il existe d’excellents modèles issus des campagnes de santé, de lutte contre la toxicomanie et d’alphabétisation qui fournissent des stratégies, des objectifs et des mesures de réussite clairs. À l’heure actuelle, l’engagement climatique n’a rien de tout cela.
À l’approche de la conférence sur le climat de la COP26, nous devons remettre en question la culture technocratique qui suppose que les objectifs en matière de carbone peuvent être atteints uniquement grâce à une ingénierie intelligente et à des feuilles de calcul. Nous entendons beaucoup parler de leadership, mais le leadership n’a pas de sens s’il n’y a pas d’adeptes, et l’ambition est un fantasme si elle n’est pas largement partagée et soutenue. L’engagement public n’est pas de la poudre aux yeux, c’est le fondement essentiel de toute politique.
George Marshall est le directeur fondateur de Climate Outreach et l’auteur de « Don’t Even Think About It : Why Our Brains Are Wired to Ignore Climate Change ».
Selon de nouvelles recherches, « les systèmes alimentaires » étaient responsables de 34% de toutes les émissions de gaz à effet de serre d’origine humaine en 2015.
L’étude, publiée dans Nature Food, présente EDGAR-FOOD – la première base de données à décomposer les émissions de chaque étape de la chaîne alimentaire pour chaque année de 1990 à 2015. La base de données détaille également les émissions par secteur, par gaz à effet de serre et par pays.
Selon l’étude, 71 % des émissions alimentaires en 2015 provenaient de l’agriculture et des « activités associées à l’utilisation des terres et au changement d’affectation des terres » (UTCAT), le reste provenant de la vente au détail, du transport, de la consommation, de la production de carburant, de la gestion des déchets, des processus industriels et des emballages.
L’étude révèle que le CO2 représente environ la moitié des émissions liées à l’alimentation, tandis que le méthane (CH4) en constitue 35 % – principalement issus de la production de bétail, de l’agriculture et du traitement des déchets.
Selon l’étude, les émissions du secteur de la vente au détail sont en hausse et ont été multipliées par 3 ou 4 en Europe et aux États-Unis entre 1990 et 2015.
Les auteurs constatent également que les « kilomètres alimentaires » contribuent moins aux émissions alimentaires que les emballages. Les auteurs ajoutent que 96 % des émissions liées au transport des aliments proviennent du transport local ou régional par route et par rail, plutôt que du transport international.
« Une excellente base de données »
Si nourrir la population mondiale de près de 8 milliards d’habitants est une tâche fondamentale, cet aspect a un coût élevé pour le climat. La production alimentaire utilise la moitié des terres habitables de la Terre et un rapport de 2019 du Groupe d’experts intergouvernemental sur l’évolution du climat (GIEC) a estimé qu’entre 21 et 37 % des émissions mondiales proviennent des systèmes alimentaires.
La nouvelle étude présente EDGAR-FOOD – la première base de données couvrant chaque étape de la chaîne alimentaire pour tous les pays, fournissant des données pour chaque année entre 1990 et 2015. La base de données estime les émissions de CO2, de CH4, d’oxyde nitreux (N2O) et de gaz fluorés pour chaque étape du système alimentaire, ainsi que par pays.
Le Dr John Lynch, de l’Université d’Oxford, qui étudie l’impact de l’alimentation sur le climat et n’a pas participé à l’étude, explique à Carbon Brief qu’il « a souvent été difficile d’obtenir une couverture détaillée de l’ensemble du système alimentaire » et que ce nouveau document est une « excellente ressource ».
Le Dr Sonja Vermeulen, directrice des programmes du Groupe consultatif pour la recherche agricole internationale (CGIAR), qui n’a pas non plus participé à l’étude, ajoute qu’il s’agit d’une « excellente base de données et d’un ensemble d’outils analytiques pour indiquer la voie à suivre pour l’alimentation ».
Mme Vermeulen rappelle qu’elle a publié « peut-être la première estimation des émissions totales des systèmes alimentaires » il y a une dizaine d’années, estimant que ces derniers étaient responsables d’un tiers des émissions. Il s’agit de la même estimation que celle de la nouvelle base de données, note-t-elle, mais elle ajoute que son chiffre était « basé sur des données et des calculs beaucoup plus grossiers » que la nouvelle évaluation et « il est formidable de voir que le chiffre est fondé sur des preuves et des détails beaucoup plus solides ».
Émissions alimentaires mondiales
L’étude révèle que la production alimentaire mondiale a augmenté de 40 % entre 1990 et 2015, et que les émissions annuelles du système alimentaire sont passées de 16 milliards de tonnes de CO2e (GtCO2e) à 18GtCO2e.
Toutefois, elle ajoute que, sur une base individuelle, les émissions liées à l’alimentation par habitant ont diminué, passant d’une moyenne de 3 tonnes de CO2e en 1990 à 2,4tCO2e en 2015.
De plus, selon le document, la contribution des systèmes alimentaires au total des émissions d’origine humaine a en fait chuté de 44 % à 34 % pendant cette période. Cela est dû à l’augmentation globale des émissions provenant d’autres secteurs, précise le document. Selon M. Lynch, cette constatation souligne la nécessité de décarboniser :
« En tant que fraction des émissions totales de gaz à effet de serre, les émissions alimentaires sont en fait en baisse, car nous augmentons les émissions encore plus rapidement dans d’autres secteurs – en grande partie en brûlant des combustibles fossiles pour obtenir plus d’énergie. Donc, même s’il est formidable que l’on s’intéresse de plus en plus aux impacts environnementaux du système alimentaire, cela souligne que la décarbonisation doit rester notre priorité climatique. »
En 2015, 27 % des émissions liées à l’alimentation provenaient des « pays industrialisés », indique le document, les 73 % restants provenant des « pays en développement » – au sein desquels les chercheurs incluent la Chine. Les six économies qui émettent le plus d’émissions liées au système alimentaire sont composées d’un mélange de pays « industrialisés » et « développés », selon le rapport :
Tableau indiquant les six économies dont les systèmes alimentaires produisent le plus d’émissions. Source : Crippa et al (2021).
L’étude note que la part des émissions d’un pays qui provient de son système alimentaire varie de 14 % à 92 %. Dans les pays industrialisés, environ 24 % des émissions totales des pays proviennent de leur système alimentaire – un chiffre qui est resté relativement stable entre 1990 et 2015, selon l’étude.
Toutefois, les chercheurs constatent que la part des émissions provenant de l’alimentation dans les pays en développement a diminué, passant d’environ 68 % en 1990 à 38 % en 2015. Cela est dû aux « très fortes augmentations des émissions non alimentaires », précisent les auteurs, ainsi qu’à une « réduction significative des émissions terrestres » – principalement grâce à une réduction de la déforestation.
L’étude ajoute que l’Asie est le principal contributeur aux émissions alimentaires mondiales lorsqu’elles sont mesurées par continent – produisant 35 % des émissions du système alimentaire mondial en 1990 et 49 % en 2015.
La carte ci-dessous montre les émissions du système alimentaire en proportion des émissions totales de chaque pays, pour 1990 (à gauche) et 2015 (à droite). Par exemple, le vert foncé indique les pays où les émissions liées à l’alimentation représentent plus de la moitié de leurs émissions totales.
légende carte : La part des émissions de gaz à effet de serre provenant des systèmes alimentaires en tant que fraction des émissions totales pour chaque pays en 1990 (à gauche) et en 2015 (à droite). Source : Crippa et al (2021).
« Il est théoriquement possible, même avec la croissance démographique, que chaque personne dans le monde ait une alimentation saine et culturellement appropriée sans transgresser les limites planétaires pour le carbone, la biodiversité, l’azote, le phosphore et l’eau. Mais cela demandera beaucoup d’efforts, tant sur le plan technique que politique.«
La nouvelle étude souligne que nous avons besoin d’un « mélange de solutions techniques et politiques », ajoute-t-elle :
« Leur analyse renforce le fait qu’il n’y a pas de solution miracle unique – si nous nous concentrons uniquement sur une alimentation plus végétale, ou uniquement sur l’amélioration des pratiques agricoles, ou uniquement sur les secteurs de l’énergie et des transports, nous n’arriverons pas là où nous devons être – nous avons besoin des trois.«
Les étapes de la production
Les auteurs répartissent également les émissions selon les différentes étapes du système alimentaire. Pour 2015, ils constatent que les premières étapes de la production alimentaire – celles qui amènent les denrées alimentaires à la « porte de la ferme », y compris la pêche, l’aquaculture, l’agriculture et les émissions liées aux intrants tels que les engrais – ont contribué à 39 % des émissions totales du système alimentaire.
L’UTCAT est le deuxième contributeur le plus important, avec un tiers des émissions totales du système alimentaire. Selon l’étude, cela est dû principalement aux pertes de carbone dues à la déforestation et à la dégradation des sols, notamment des tourbières.
Les auteurs notent que la plupart des émissions de l’UTCAT proviennent des pays en développement – en 2015, par exemple, l’agriculture et l’UTCAT représentaient 73 % des émissions alimentaires des pays en développement. Cependant, ils notent qu’entre 1990 et 2015, la part des émissions alimentaires provenant de la production agricole et de l’UTCAT a diminué de 13 % et de 26 % dans les pays en développement, respectivement.
Le transport, l’emballage, la vente au détail, la transformation, la consommation et l’élimination en fin de vie ont constitué les 29 % d’émissions restantes en 2015, indiquent les auteurs. Selon l’étude, cette valeur a augmenté depuis 1990 tant dans les pays industrialisés que dans les pays en développement.
La part mondiale des émissions alimentaires qui proviennent du secteur de l’énergie a augmenté de 31% sur la période 1990-2015, constate l’étude. Elle ajoute qu’en 2015, les secteurs « liés à l’énergie » – y compris l’industrie et les déchets – représentaient plus de la moitié des émissions alimentaires dans les pays industrialisés.
Les auteurs constatent également que les « kilomètres alimentaires » contribuent légèrement moins aux émissions alimentaires que les emballages. Les emballages ont contribué à environ 5,4 % des émissions alimentaires – principalement en raison de l’industrie des pâtes et papiers – tandis que le transport n’était responsable que de 4,8 %.
Comment les émissions alimentaires évoluent-elles ?
Les auteurs analysent également la contribution des différents gaz à effet de serre dans le système alimentaire. Par exemple, ils ont constaté que le CO2 représente environ la moitié des émissions du système alimentaire.
Le diagramme de Sankey ci-dessous montre la contribution des différentes activités et des différents types de gaz à effet de serre aux émissions globales du système alimentaire.
(diagramme) Émissions de gaz à effet de serre du système alimentaire en 2015
Les émissions totales de gaz à effet de serre en provenance du système alimentaire étaient de 18GtCO2e par an en 2015.
Diagramme de Sankey illustrant la répartition des émissions du système alimentaire mondial en 2015. Les données sont présentées – de gauche à droite – par gaz, secteur, étape, catégorie, puis à nouveau par gaz. Passez la souris sur les différentes sections pour voir les données en pourcentages. Données de Crippa et al (2021). Graphique réalisé par Carbon Brief à l’aide de Highcharts.
Les auteurs notent que le CH4 représente 35 % des émissions totales du système alimentaire. Cela est principalement dû à la production de bétail, à l’agriculture et au traitement des déchets. Toutefois, les auteurs notent également que le riz – l’une des principales cultures alimentaires – est une « source principale » d’émissions de méthane.
L’étude constate que, bien que les émissions de gaz fluorés (gaz-F) ne représentent que 2 % des émissions, leur utilisation a doublé entre 1990 et 2015. Les gaz fluorés sont principalement utilisés dans la réfrigération, expliquent les auteurs, et comme les pays en développement augmentent leur réfrigération industrielle et domestique, « l’importance de la réfrigération dans les émissions totales de gaz à effet de serre est susceptible d’augmenter ».
Les auteurs notent que la Chine est à l’origine de bon nombre des tendances du système alimentaire dans les pays en développement. Alors que les émissions liées à l’alimentation ont augmenté en moyenne de 14 % entre 1990 et 2015, celles de la Chine ont augmenté de 41 %. Néanmoins, la part des émissions liées à l’alimentation dans les émissions totales de la Chine est passée de 51 % en 1990 à 19 % en 2015, en raison de l’augmentation des émissions due à l’industrialisation du pays.
En outre, les émissions de la Chine liées à la gestion des déchets jouent un rôle important dans l’augmentation de 50 % enregistrée dans les pays en développement, indique l’étude. Dans le même temps, les émissions liées à la gestion des déchets – y compris la gestion des déchets solides et des eaux usées – ont diminué en moyenne dans les pays industrialisés.
L’étude note que les émissions liées à l’utilisation de l’énergie – électricité, chaleur et carburants – dans l’agriculture ont augmenté de 15 % entre 1990 et 2015 en raison de la mécanisation de la production, avec une augmentation de 50 % en Afrique, en Amérique latine et en Asie.
À l’inverse, l’introduction de « progrès agronomiques et de restrictions environnementales » dans les pays industrialisés a entraîné une diminution de 28 % des émissions de l’agriculture entre 1990 et 2015, ajoute l’étude.
Parallèlement, entre 1990 et 2015, la contribution de la vente au détail, de l’emballage, du transport et de la transformation aux émissions totales du système alimentaire a augmenté de 33 % à 300 % sur la période 1990-2015.
Le Dr Marco Springmann, chercheur au Nuffield Department of Population Health, qui n’a pas participé à l’étude, déclare qu’actuellement, « de nombreux inventaires d’émissions ne représentent pas de manière adéquate les émissions du système alimentaire » et affirme que cette base de données constitue « une amélioration bienvenue de la comptabilisation des émissions ». Il déclare à Carbon Brief :
« Bien que de nombreux résultats aient été rapportés dans d’autres études spécialisées, l’intégration d’une optique de système alimentaire dans une base de données d’émissions normalisée et mise à jour annuellement représente une avancée majeure d’une ressource publique qui profitera à la communauté scientifique, aux ONG, aux décideurs politiques et aux autres parties intéressées.«
La recherche montre également que « les émissions du système alimentaire se retrouvent dans tous les secteurs d’émissions et incluent tous les principaux gaz à effet de serre », ajoute-t-il. Cependant, il note que « la différenciation des émissions par groupe d’aliments » n’est pas incluse dans la base de données, et déclare à Carbon Brief que ce serait une bonne prochaine étape pour la recherche :
« Une désagrégation plus poussée des catégories d’émissions d’EDGAR-FOOD dans les groupes alimentaires sous-jacents aurait élargi l’utilité de la base de données pour informer des politiques d’atténuation concrètes et bien ciblées pour le système alimentaire. Espérons que l’ajout de ce détail crucial figure sur la liste des choses à faire pour la prochaine mise à jour.«
Aujourd’hui marque le premier anniversaire de la législation européenne sur le changement climatique. Bien que le temps presse, les États membres de l’UE bloquent toute avancée dans les négociations sur la loi. Pourtant, une nouvelle analyse montre que des objectifs climatiques forts sont un moteur pour l’économie et peuvent créer plus d’un million de nouveaux emplois.
Pour comprendre l’élaboration des politiques européennes, il faut remonter dans le temps. Fin 2019, la nouvelle Commission de l’UE sous la présidence d’Ursula von der Leyen a présenté son « European Green Deal ». L’UE doit devenir neutre sur le plan climatique – d’ici 2050.
La pièce maîtresse de cet accord vert devait être la loi européenne sur le changement climatique, et tout devait se dérouler très rapidement.
Début mars 2020 – environ quatre mois après l’annonce du Green Deal – la Commission a présenté une « loi européenne sur le changement climatique ».
Douze pages devaient ainsi déterminer les 30 prochaines années de politique climatique dans le plus grand marché unique au monde. Douze pages, inévitablement, quelque chose allait manquer…
Le cœur du projet de loi était l’objectif climatique pour 2030 avec une réduction prudente des émissions de CO2 de 50 à 55 % par rapport à 1990 ainsi que la fixation d’un objectif de « neutralité climatique 2050 ». La question épineuse était de savoir dans quelle mesure les États membres de l’UE étaient prêts à s’engager.
On se plait à applaudir la politique climatique, mais on réchigne à la mise en œuvre. Et c’est le cas ici aussi, de beaux discours, peu de substance. La peur règne parmi les États membres, une peur qui a été exacerbée par la crise économique causée par le Corona. Mais cette panique est mal placée.
Tout d’abord, le Parlement européen a adopté la loi et négocié une étape importante de la politique climatique : en octobre 2020, un objectif climatique pour 2030 de moins 60 % a été adopté en évitant les artifices de calcul, ainsi que d’autres dispositifs climatiques tels qu’un budget pour les gaz à effet de serre ou une interdiction des subventions pour les énergies fossiles.
L’évaluation économique soutient l’objectif de 60 pour cent.
Une nouvelle étude d’évaluation publiée aujourd’hui par le cabinet de conseil en gestion Cambridge Econometrics pour le compte du groupe parlementaire des Verts soutient la décision de 60 % du Parlement européen. Selon l’étude, l’élimination progressive du charbon d’ici 2030 permettrait non seulement de réduire massivement les émissions, mais aussi d’assurer une forte croissance économique – grâce à une augmentation significative des investissements dans les énergies renouvelables et l’efficacité. Plus d’un million d’emplois pourraient alors être créés, surtout dans le secteur des énergies renouvelables.
La révolution des transports pourrait aussi enfin se produire. Parce que les transports deviendraient électriques d’ici 2030 et apporteraient la clarté que VW, Daimler et Cie souhaitent. Fin de la valse hésitation autour de la question des moteurs: la course est lancée, la voiture du futur sera électrique.
Non seulement le patron de VW, M. Diess, le dit, mais aussi le Parlement européen. Cet investissement peut être stimulé si l’attitude de blocage actuelle du Conseil des ministres, la représentation des 27 États membres, est résolue et si la décision du Parlement est adoptée – indique l’étude.
Mais il n’y a pas que l’étude de Cambridge Econometrics qui montre à quel point une forte protection du climat est précieuse pour l’économie européenne et, bien sûr, pour le climat. La protection du climat et l’économie – ce ne sont plus des pôles opposés. Les deux vont de pair.
L’Institut allemand de recherche économique, le groupe de réflexion Agora Energiewende, l’Agence fédérale allemande pour l’environnement – tous prônent depuis longtemps une expansion massive des énergies renouvelables, une vague de rénovation, une révolution de la mobilité. Cela nécessite un cadre fourni par les objectifs climatiques.
Les citoyens européens le réclament aussi depuis longtemps et soutiennent le renouveau de l’économie, comme le montrent les enquêtes. Mais alors que les États-Unis sont de retour sur la scène climatique, que l’économie réclame de la clarté et soutient des objectifs climatiques ambitieux, peu de choses se sont passées jusqu’à présent dans l’UE.
Par la ruse et le pinaillage, les 27 États membres de l’UE se sont mis d’accord en décembre dernier sur une réduction nette de 55 % des gaz à effet de serre. Selon les experts, cela signifie une réduction réelle de 52 %. Enfin, les négociations pouvaient commencer.
Mais près de cinq mois après la décision parlementaire, la question se pose de plus en plus : où en est la loi sur le climat ?
Les États membres de l’UE bloquent
Eh bien, il est coincé dans les arcanes des négociations de l’UE. En d’autres termes : les États de l’UE ne veulent pas faire grand chose des propositions du Parlement. Ni sur l’interdiction des subventions aux énergies fossiles, ni sur le droit à la protection du climat, le Conseil des ministres ne voit la nécessité d’agir.
En ce qui concerne l’objectif climatique de 2030, le silence est déprimant. La proposition de conseil scientifique du climat est une véritable épine dans le pied pour les États membres et, en ce qui concerne le budget des gaz à effet de serre, ils posent plus de questions qu’ils ne peuvent répondre. Pourtant, tout était censé se dérouler rapidement.
Les négociations risquent d’échouer, l’accord vert d’Ursula von der Leyen, son méga-projet, d’échouer – alors qu’en dehors de cela, la crise climatique continue de s’accélérer.
Malheureusement, l’hésitation du Conseil des ministres de l’UE n’est guère surprenante. Alors que le Parlement prend au sérieux les voix de la science, de la société civile et des citoyens et répond à l’urgence climatique, des négociations en coulisses par le Conseil nous mènent à des accords funestes.
En pleine crise du Covid et du climat, l’économie européenne est en fort déclin, des millions de personnes ont perdu leur emploi ou sont en chômage partiel. Les investissements sont reportés, ce qui accélère la spirale descendante. Bien que les émissions de gaz à effet de serre aient diminué à la suite de la crise du Covid, cet effet menace de s’estomper à nouveau avec le développement de l’industrie des combustibles fossiles.
Pourtant, la situation de départ est parfaite. L’UE a mis en place un paquet Corona de 1,8 trillion d’euros. 40 % de l’argent est destiné aux investissements climatiques. Idéalement, cette somme devrait être utilisée pour financer l’expansion des énergies renouvelables, une plus grande efficacité énergétique et d’autres projets liés au climat. L’argent est donc là, mais l’angoisse règne autour des objectifs climatiques.
Ce ne devrait pas être le cas, comme le montre la nouvelle étude. La peur est toujours mauvaise conseillère, en particulier pour quelque chose de neuf. C’est pourquoi il est temps de faire enfin preuve de courage, de hisser le drapeau climatique, de faire face à la crise climatique et à la crise du Covid et d’aborder la transformation de l’économie vers la neutralité climatique avec un objectif climatique fort pour 2030.
Michael Bloss est le négociateur des Verts au Parlement européen pour le projet de loi sur le climat de l’UE. En 2019, Bloss a été élu au Parlement européen. Son domaine est la politique climatique, notamment en tant que membre de la commission de l’industrie, de la recherche et de l’énergie. Auparavant, le natif de Stuttgart a travaillé dans le domaine de la politique de développement international, notamment pour les Nations unies, après avoir effectué des études en la matière à Dresde et à Londres.
Il est l’une de ces personnalités qui luttent quotidiennement avec acharnement en faveur d’un avenir compatible avec les contraintes environnementales et climatiques.
Socialement très engagé, pointu quant à ses propositions économiques, n’hésitant pas à s’engager personnellement, Pierre Larrouturou fait – dans cet entretien – le tour des enjeux actuels.
Climat, Covid, système économique, Europe, énergies, ressources, avenir, … « Le monde d’après » se regarde une première fois globalement, avant d’y revenir thématique par thématique.
Merci à Frédéric Muhl pour cette vidéo passionnante.
Des scientifiques de renom mettent en garde contre « l’effroyable avenir au niveau de l’extinction de masse » et le dérèglement climatique.
Un nouveau rapport qui donne à réfléchir affirme que le monde ne saisit pas l’ampleur des menaces que constituent la perte de biodiversité et la crise climatique. La planète est confrontée à un « avenir épouvantable d’extinction de masse, de déclin sanitaire et de bouleversements climatiques », qui menacent la survie de l’humanité en raison de l’ignorance et de l’inaction, selon un groupe international de scientifiques. Ces derniers avertissent que les gens n’ont toujours pas saisi l’urgence des crises de la biodiversité et du climat.
Les 17 experts, dont le professeur Paul Ehrlich de l’université de Stanford, auteur de « La Bombe P » (The Population Bomb), et des scientifiques du Mexique, d’Australie et des États-Unis, affirment que la planète est dans un état bien pire que ce que la plupart des gens – même les scientifiques – pensent.
« L’ampleur des menaces qui pèsent sur la biosphère et toutes ses formes de vie – y compris l’humanité – est en fait si grande qu’elle est difficile à saisir, même pour des experts bien informés », écrivent-ils dans un rapport publié dans Frontiers in Conservation Science, qui fait référence à plus de 150 études détaillant les principaux défis environnementaux mondiaux.
Le délai entre la destruction du monde naturel et les impacts de ces actions signifie que les gens ne reconnaissent pas l’ampleur du problème, affirme le document. « [Le] courant dominant a du mal à saisir l’ampleur de cette perte, malgré l’érosion constante du tissu de la civilisation humaine ».
Le rapport avertit que les migrations de masse induites par le climat, les nouvelles pandémies et les conflits concernant les ressources seront inévitables si des mesures urgentes ne sont pas prises.
Nous n’appelons pas à la capitulation. Notre objectif est de fournir aux dirigeants une « douche froide » réaliste sur l’état de la planète, essentielle pour éviter un avenir horrible, ajoute le rapport.
Pour faire face à l’énormité du problème, il faut apporter des changements profonds au capitalisme mondial, à l’éducation et à l’égalité, indique le document. Il s’agit notamment d’abandonner l’idée d’une croissance économique perpétuelle, d’évaluer correctement les externalités environnementales, de mettre un terme à l’utilisation des combustibles fossiles, de limiter le lobbying des entreprises et d’autonomiser les femmes, affirment les chercheurs.
Le rapport est publié quelques mois après que le monde ait échoué à atteindre un seul objectif d’Aichi pour la biodiversité de l’ONU, créés pour enrayer la destruction du monde naturel. Il s’agit de la deuxième fois consécutive que les gouvernements ne réussissent pas à atteindre leurs objectifs de biodiversité sur dix ans. Cette semaine, une coalition de plus de 50 pays s’est engagée à protéger près d’un tiers de la planète d’ici 2030.
Selon un récent rapport des Nations Unies, un million d’espèces sont menacées d’extinction, dont beaucoup d’ici quelques décennies.
« La détérioration de l’environnement est infiniment plus menaçante pour la civilisation que le trumpisme ou la Covid-19 », a déclaré Paul Ehrlich au Guardian.
Dans « La Bombe P » (The Population Bomb), publié en 1968, Ehrlich met en garde contre l’explosion démographique imminente et les centaines de millions de personnes qui mourront de faim. Bien qu’il ait reconnu certaines erreurs au niveau du timing, il a déclaré qu’il s’en tenait à son message fondamental, à savoir que la croissance démographique et les niveaux élevés de consommation des nations prospères mènent à la destruction.
Il a déclaré au Guardian : « La croissancemania est la maladie fatale de la civilisation – elle doit être remplacée par des campagnes qui font de l’équité et du bien-être les objectifs de la société. Il faut arrêter de consommer de la merde. »
Les populations importantes et leur croissance continue entraînent la dégradation des sols et la perte de biodiversité, met en garde le nouveau document. « Plus de gens signifie que l’on fabrique plus de composés synthétiques et de plastiques jetables dangereux, dont beaucoup contribuent à la toxification croissante de la Terre. Cela augmente également les risques de pandémies qui alimentent des chasses toujours plus désespérées aux ressources rares ».
Les effets de l’urgence climatique sont plus évidents que la perte de biodiversité, mais la société ne parvient toujours pas à réduire les émissions, affirme le document. Si les gens comprenaient l’ampleur des crises, les changements politiques et les politiques menées pourraient répondre à la gravité de la menace.
« Notre point principal est qu’une fois que l’on réalise l’ampleur et l’imminence du problème, il devient clair que nous avons besoin de bien plus que des actions individuelles comme utiliser moins de plastique, manger moins de viande ou prendre moins l’avion. Notre point de vue est que nous avons besoin de grands changements systématiques et cela rapidement », a déclaré au Guardian le professeur Daniel Blumstein de l’Université de Californie à Los Angeles, qui a participé à la rédaction du document.
Le document cite un certain nombre de rapports clés publiés ces dernières années, à savoir :
le rapport du Forum économique mondial en 2020, qui a désigné la perte de biodiversité comme l’une des principales menaces pour l’économie mondiale ; (En)
le rapport d’évaluation globale de l’IPBES en 2019, qui indique que 70 % de la planète a été altérée par l’homme ; (En)
le rapport Planète vivante 2020 du WWF, qui indique que la population moyenne de vertébrés a diminué de 68 % au cours des cinq dernières décennies ; (En)
un rapport du Groupe d’experts intergouvernemental sur l’évolution du climat (GIEC) de 2018, qui indique que l’humanité a déjà dépassé le réchauffement climatique de 1°C par rapport aux niveaux préindustriels et qu’elle devrait atteindre un réchauffement de 1,5°C entre 2030 et 2052. (En)
Le rapport fait suite à des années d’avertissements sévères sur l’état de la planète de la part des plus grands scientifiques du monde, notamment une déclaration de 11.000 scientifiques en 2019 selon laquelle les gens seront confrontés à « des souffrances indicibles dues à la crise climatique » si des changements majeurs ne sont pas apportés. En 2016, plus de 150 climatologues australiens ont écrit une lettre ouverte au Premier ministre de l’époque, Malcolm Turnbull, pour demander des mesures immédiates de réduction des émissions. La même année, 375 scientifiques – dont 30 Prix Nobel – ont écrit une lettre ouverte au monde entier pour exprimer leur frustration face à l’inaction politique en matière de changement climatique.
Le professeur Tom Oliver, écologiste à l’Université de Reading, qui n’a pas participé au rapport, a déclaré qu’il s’agissait d’un résumé effrayant mais crédible des graves menaces qui pèsent sur la société si l’on continue comme si de rien n’était. « Les scientifiques doivent maintenant aller au-delà de la simple documentation du déclin environnemental et trouver les moyens les plus efficaces de catalyser l’action », a-t-il déclaré.
Le professeur Rob Brooker, responsable des sciences écologiques à l’Institut James Hutton, qui n’a pas participé à l’étude, a déclaré que celle-ci soulignait clairement la nature urgente des défis.
« Nous ne devrions certainement pas douter de l’ampleur des défis auxquels nous sommes confrontés et des changements que nous devons apporter pour les relever », a-t-il déclaré.
La thématique de l’Eau est tellement vaste qu’aborder toutes ses facettes en un seul média est probablement illusoire.
D’où l’idée, pour mettre en exergue la place de l’or bleu dans nos vies, de capsules vidéos traitant d’aspects précis comme l’agriculture, à côté d’interviews traitant du sujet plus globalement.
C’est ce que Frédéric Muhl – vidéaste – fait en compilant des heures de prises de vues réalisées cette année 2020 caractérisée par un stress hydrique singulièrement élevé.
Bruno Denis, l’agriculteur conventionnel, et Dorothée, la maraîchère bio, nous montrent les conséquences concrètes des contraintes climatiques sur le cycle de l’Eau. Nicolas Stilmant, Bourgmestre de Fauvillers, aborde les nécessaires évolutions locales pour s’y adapter.
Quant à l’interview de Riccardo Petrella, elle nous permet de faire pratiquement un tour complet de la place de l’Eau dans nos sociétés industrialisées.
L’Observatoire vous propose de retrouver ces vidéos via un lien web unique :
